CBR examen Klein Vaarbewijs
7 tips voor het beantwoorden van meerkeuzevragen
Laatst aangepast: januari 2024
Het Klein Vaarbewijs 1 examen van het CBR bestaat uit 40 vragen. De meeste vragen zijn meerkeuzevragen. Vandaar dat ook het oefenmateriaal in de Online Cursus uit meerkeuzevragen bestaat.
In dit artikel krijg je 7 tips, zodat je de meerkeuzevragen op het examen nog beter beantwoordt. We laten je voorbeelden uit het voorbeeldexamen van het CBR zien.* Dan snap je goed waarom deze tips je helpen tot het juiste antwoord te komen.
*Je kunt op de website van het CBR het voorbeeldexamen downloaden.
Bekijk je liever een video met deze 7 Tips voor het beantwoorden van meerkeuzevragen? Dat kan uiteraard ook!
Dit klinkt misschien logisch, maar we doen het toch niet altijd. Goed de meerkeuzevragen lezen kan wel het verschil zijn tussen de vraag goed of fout beantwoorden. Lees wat er in de vraag staat en let daarbij op woorden als “wel, niet, altijd & nooit”. Op het Klein Vaarbewijs examen is het ook belangrijk te kijken of de vraag over het BPR of het RPR gaat.
Tip: Stel jezelf de vraag in je eigen woorden. Dan moet je de vraag wel goed lezen. En je moet de vraag goed snappen.
Datzelfde doe je natuurlijk bij de antwoorden. Ook hier zijn kleine woordjes als “wel, niet, altijd & nooit” belangrijk.
Hier is een vraag uit het voorbeeldexamen van het CBR.
Hier volgen twee vragen over het varen bij slecht zicht op een vaarweg waar het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) geldt.
Vraag I: Mag een klein schip bij slecht zicht op ALLE BPR-vaarwegen zonder radar varen? Antwoord met ‘JA’ of ‘NEE’. (1 punt)
Vraag II: Moet een klein schip, dat op radar vaart, volgens het BPR zijn uitgerust met een marifoon? Antwoord met ‘JA’ of ‘NEE’. (1 punt)
Let op het woordje ALLE in vraag 1. Dat moet je tot nadenken zetten. Als je je goed hebt voorbereidt, weet je dat er een bijlage 9 en een bijlage 15 zijn. Op deze vaarwegen binnen het BPR gelden net wat andere regels.
Bij veel meerkeuzevragen zijn er antwoorden waarvan je weet dat ze fout zijn. Helaas blijven er ook vaak twee antwoorden over die op elkaar lijken. Soms lijken ze zoveel op elkaar, dat je het gevoel hebt dat ze alletwee goed zijn.
In dit soort gevallen kan je het best het verschil tussen de twee antwoorden zoeken. Lees daarna de vraag nog een keer goed. Dan kom je echt tot het juiste antwoord.
Vraag 19 uit het voorbeeldexamen van het CBR is hier een mooi voorbeeld van.
Waarom moet een wierfilter worden geïnstalleerd?
Wier zit in het water. Daarmee vallen antwoord b en c af. Antwoord a en d lijken op elkaar. Beide praten over een koelsysteem. Het verschil zit in het woord gesloten. Als het systeem gesloten is, komt er geen water van buiten. Dan heb je dus ook geen filter nodig om wier tegen te houden. Het juiste antwoord is dus d.
Vaak staat er veel goede informatie in de antwoorden. Soms is die informatie alleen niet het antwoord op de gestelde meerkeuzevraag. Jouw taak is het om het antwoord te vinden dat de vraag beantwoordt. En het antwoord dat het meest compleet is.
Tip van ons: vaak is dat het langste antwoord. Controleer wel of er in het langste antwoord geen onnodige informatie staat. Ook dat kan namelijk voorkomen!
Kijk eens naar deze vraag uit het voorbeeldexamen van het CBR.
U vaart met een klein motorschip met kajuit. Er is een marifoon aan boord. Volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) moeten bepaalde documenten aan boord zijn. In sommige gevallen is het voldoende om op de laptop een digitale versie (voor onmiddellijk gebruik) aanwezig te hebben. Voor welke documenten geldt dat?
Antwoord a, het langste antwoord, is eveneens het meest complete antwoord op deze vraag.
Nog een voorbeeld:
U wilt voorkomen dat de opvarenden overboord kunnen vallen. Welke maatregel geeft daarvoor de beste bescherming?
Dit zijn alledrie goede tips. Tip c is alleen een tip voor als iemand overboord gevallen is. Dat wordt niet gevraagd. Antwoord c valt dus af als antwoord op deze vraag.
Antwoord a is trouwens juist, want scepters bieden een betere bescherming dan een voetlijst.
Je zult altijd vragen houden waar je je onzeker over voelt. Vertrouw dan op je buikgevoel. Verander je antwoord alleen als je zeker weet dat een ander antwoord echt beter is. Bij twijfel: hou je aan je eerste antwoord. Je buikgevoel is in zo’n geval echt je beste leidraad!
Laten we weer kijken naar een vraag uit het voorbeeldexamen van het CBR.
U gaat ankeren op een meer. U besluit daar te overnachten. Het weerbericht zegt dat de wind uit dezelfde richting blijft waaien en ’s nachts in kracht zal toenemen. Wat is juist?
Stel je hebt geen idee. Je denkt wel dat het zal uitmaken of je aan lagerwal of aan hogerwal ligt. Daarom streep je antwoord c alvast weg. Omdat je echt geen idee hebt, gok je antwoord a. Blijf daar dan bij, tenzij je zeker weet dat antwoord b het juiste antwoord is.
(Antwoord a is trouwens het juiste antwoord)
Je kunt bij het CBR vragen overslaan en deze later beantwoorden. Wij raden je aan om je examen in 3 rondes te doen.
Bedenk dat je niet alle vragen goed hoeft te hebben om te slagen.
Controleer ook altijd al je antwoorden voor je je examen afsluit. Je hebt hier allemaal echt tijd genoeg voor.
Als je twijfelt of je genoeg tijd hebt om alle vragen te beantwoorden, kun je 15 minuten extra tijd aanvragen. Dit doe je als je je voor het examen aanmeldt.
Weten hoe je je aanmeldt? Bekijk deze video.
Hier volgen een paar valkuilen, waar jij straks niet meer intrapt.
Raak niet in paniek als je een paar keer achter elkaar dezelfde letter hebt. Dan kan. Kijk gewoon welk antwoord het best de vraag beantwoordt. Kijk niet of dat antwoord A, B, C of D is. Dat is echt niet interessant.
Als je kijkt naar de antwoorden op de meerkeuzevragen van het voorbeeldexamen van het CBR, zie je dat er vaak 3 keer achter elkaar dezelfde letter als goede antwoord staat.
Kruis geen vage antwoorden aan. Als er vage antwoorden staan, kun je die meteen wegstrepen. Het Klein Vaarbewijs is een examen dat duidelijke regels vraagt. De antwoorden moeten dus ook duidelijk zijn (niet vaag).
Bij de volgende vraag uit het voorbeeldexamen, zie je dat antwoord c vaag is. C kun je dus meteen wegstrepen.
U gaat ankeren op een meer. U besluit daar te overnachten. Het weerbericht zegt dat de wind uit dezelfde richting blijft waaien en ’s nachts in kracht zal toenemen. Wat is juist?
Zomaar wat gokken. Bij elke meerkeuzevraag kan je zeker 1 of meer antwoorden wegstrepen omdat je weet dat ze niet goed zijn. Als je dan tussen de andere antwoorden moet gokken, verhoog je de kans dat je goed gokt enorm. Kruis dus altijd weg wat echt fout is!
Denk even aan de vorige vraag. Stel dat je geen idee hebt. Doordat je antwoord c al hebt weggestreept, hoef je alleen nog maar te gokken tussen a en b. Je hebt dan 50% kans dat je het juiste antwoord aankruist.
Denk niet dat het goede antwoord er niet tussen staat. Misschien zie je het niet meteen, maar bij elke vraag staat het goede antwoord er echt tussen!
Oefening baart kunst. Dat is ook zo bij meerkeuzevragen. Doe dus alle oefenvragen in de Online Cursus Klein Vaarbewijs 1. Zo oefen en leer je de theorie. Ook word je handiger in het beantwoorden van meerkeuzevragen. Je merkt het vanzelf als je te slordig bent, te snel klikt of onnauwkeurig leest.
Kijk ook altijd kritisch naar de uitleg na je antwoord en neem de tijd om te oefenen.
Als je de Voordeelbundel Klein Vaarbewijs 1 bestelt, krijgt je niet alleen de Online Cursus, maar ook de CBR Examentraining. Dan krijg je 3 oefenexamens met meerkeuzevragen en uitgebreide uitleg. Zo verhoog je de kans dat je slaagt enorm!
Bestel hier de Voordeelbundel Klein Vaarbewijs 1 met 30 dagen toegang voor €67.
Bestel hier de Voordeelbundel Klein Vaarbewijs 1 met 180 dagen toegang voor €97.
Om te slagen voor het examen Klein Vaarbewijs 1, raden we een goede voorbereiding aan. Je moet de theorie kennen en daarnaast is het handig als je oefent met meerkeuzevragen. Als je bij meerkeuzevragen de volgende 7 tips volgt, geef je zeker meer goede antwoorden en slaag ook jij in 1 keer!